Vertaling van spijzen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
spijzen, spijzigen, voeden {ww.}
spijzen
spijzigen
voeden {ww.}

ik spijs
jij spijst
hij/zij/het spijst

ik spijs
jij spijst
hij/zij/het spijst
» meer vervoegingen van spijzen

eten [o] (het ~), kost [m] (de ~), voedsel [o] (het ~), spijs [m] (de ~), voeding [v] (de ~), vreten [o] (het ~), etenswaar [m] (de ~), eetwaar {zn.}
eten [o] (het ~)
kost [m] (de ~)
voedsel [o] (het ~)
spijs [m] (de ~)
voeding [v] (de ~)
vreten [o] (het ~)
etenswaar [m] (de ~)
eetwaar {zn.}
Afwisseling is prettig", "Verandering van spijs doet eten
Afwisseling is prettig", "Verandering van spijs doet eten
Hoeveel kost een kamer?
Hoeveel kost een kamer?


Gerelateerd aan spijzen

spijzigen - voeden - eten - kost - voedsel - spijs - voeding - vreten - etenswaar - eetwaarvoorzien - materie