Vertaling van sportploeg

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
team [o] (het ~), ploeg [m] (de ~), sportploeg {zn.}
team [o] (het ~)
ploeg [m] (de ~)
sportploeg {zn.}
Welk team zal winnen?
Welk team zal winnen?
Onze ploeg heeft onze tegenstander met 5-4 verslagen.
Onze ploeg heeft onze tegenstander met 5-4 verslagen.


Gerelateerd aan sportploeg

team - ploeggroep