Vertaling van sprinten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
sprinten {ww.}
sprinten {ww.}

ik sprint
jij sprint
hij/zij/het sprint

ik sprint
jij sprint
hij/zij/het sprint
» meer vervoegingen van sprinten

rennen, hardlopen, sprinten, snellen, racen, hollen {ww.}
rennen
hardlopen
sprinten
snellen
racen
hollen {ww.}

ik loop hard
jij loopt hard
hij/zij/het loopt hard

ik ren
jij rent
hij/zij/het rent
» meer vervoegingen van rennen

Ik kan rennen.
Ik kan rennen.
Ik kan rennen.
Ik kan rennen.
spurten, sprinten {ww.}
spurten
sprinten {ww.}

ik sprint
jij sprint
hij/zij/het sprint

ik spurt
jij spurt
hij/zij/het spurt
» meer vervoegingen van spurten

sprint [m] (de ~), run [m] (de ~) {zn.}
sprint [m] (de ~)
run [m] (de ~) {zn.}
Zijn record is een nieuw wereldrecord op de honderd meter sprint.
Zijn record is een nieuw wereldrecord op de honderd meter sprint.
sprint [m] (de ~), spurt [m] (de ~) {zn.}
sprint [m] (de ~)
spurt [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan sprinten

rennen - hardlopen - snellen - racen - hollen - spurten - sprint - run - spurtrennen - voortbewegen - wedstrijd - versnelling