Vertaling van standaard

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
standaard, vaandel {zn.}
standaard
vaandel {zn.}
Ik wil standaard Engels leren.
Ik wil standaard Engels leren.
standaard, paraplustandaard {zn.}
standaard
paraplustandaard {zn.}
standaard {zn.}
standaard {zn.}
standaard [m] (de ~), stander {zn.}
standaard [m] (de ~)
stander {zn.}
standaard, maatstaf [m] (de ~), norm, criterium [o] (het ~), normering, graadmeter [m] (de ~) {zn.}
standaard
maatstaf [m] (de ~)
norm
criterium [o] (het ~)
normering
graadmeter [m] (de ~) {zn.}
Men zegt dat Amerikanen de hoeveelheid geld die iemand verdient beschouwen als een maatstaf van wat hij kan.
Men zegt dat Amerikanen de hoeveelheid geld die iemand verdient beschouwen als een maatstaf van wat hij kan.
Een vector is een eenheidsvector als zijn norm gelijk is aan een.
Een vector is een eenheidsvector als zijn norm gelijk is aan een.
wimpel, standaard, vaan, vendel, vaandel, veldteken [o], banier [v] {zn.}
wimpel
standaard
vaan
vendel
vaandel
veldteken [o]
banier [v] {zn.}
Tom slaagde met vlag en wimpel.
Tom slaagde met vlag en wimpel.
standaard [m] (de ~) {zn.}
standaard [m] (de ~) {zn.}
standaard, vaandel [o] (het ~) {zn.}
standaard
vaandel [o] (het ~) {zn.}
courant, gebruikelijk, habitueel, ordinair, standaard, gangbaar {bn.}
courant
gebruikelijk
habitueel
ordinair
standaard
gangbaar {bn.}


Gerelateerd aan standaard

vaandel - paraplustandaard - stander - maatstaf - norm - criterium - normering - graadmeter - wimpel - vaan - vendel - veldteken - banier - courant - gebruikelijkhouder - regel - voorbeeld - vaandel