Vertaling van steiger

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
steiger, aanlegplaats [v] {zn.}
steiger
aanlegplaats [v] {zn.}
steiger, aanlegsteiger [m], landingsplaats, aanlegplaats [v] {zn.}
steiger
aanlegsteiger [m]
landingsplaats
aanlegplaats [v] {zn.}
steiger [m] (de ~), stelling [v] (de ~) {zn.}
steiger [m] (de ~)
stelling [v] (de ~) {zn.}
stelling [v], steiger, stellage [v] {zn.}
stelling [v]
steiger
stellage [v] {zn.}
steigeren {ww.}
steigeren {ww.}

ik steiger
jij steigert
hij/zij/het steigert

ik steiger
jij steigert
hij/zij/het steigert
» meer vervoegingen van steigeren

aanlegsteiger [m] (de ~), landingsbrug, steiger [m] (de ~) {zn.}
aanlegsteiger [m] (de ~)
landingsbrug
steiger [m] (de ~) {zn.}
steigeren {ww.}
steigeren {ww.}

ik steiger
jij steigert
hij/zij/het steigert

ik steiger
jij steigert
hij/zij/het steigert
» meer vervoegingen van steigeren

steigeren, protesteren {ww.}
steigeren
protesteren {ww.}

ik protesteer
jij protesteert
hij/zij/het protesteert

ik steiger
jij steigert
hij/zij/het steigert
» meer vervoegingen van steigeren



Gerelateerd aan steiger

aanlegplaats - aanlegsteiger - landingsplaats - stelling - stellage - steigeren - landingsbrug - protesterenstellage - plankier - springen - uiten