Vertaling van tollen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
tollen, roteren, rondwentelen, ronddraaien, omwentelen, draaien {ww.}
tollen
roteren
rondwentelen
ronddraaien
omwentelen
draaien {ww.}
roteren
rondwentelen
ronddraaien
omwentelen
draaien {ww.}
ik draai
jij draait
hij/zij/het draait
ik tol
jij tolt
hij/zij/het tolt
» meer vervoegingen van tollen
tollen {ww.}
tollen {ww.}
ik tol
jij tolt
hij/zij/het tolt
ik tol
jij tolt
hij/zij/het tolt
» meer vervoegingen van tollen
tollen {ww.}
tollen {ww.}
ik tol
jij tolt
hij/zij/het tolt
ik tol
jij tolt
hij/zij/het tolt
» meer vervoegingen van tollen
tol (mv. tollen), tolgeld, wegenbelasting {zn.}
tol (mv. tollen)
tolgeld
wegenbelasting {zn.}
tolgeld
wegenbelasting {zn.}
tol (mv. tollen), priktol, draaitol {zn.}
tol (mv. tollen)
priktol
draaitol {zn.}
priktol
draaitol {zn.}
tol (mv. tollen), tolgeld {zn.}
tol (mv. tollen)
tolgeld {zn.}
tolgeld {zn.}
draaitol, tol {zn.}
draaitol
tol {zn.}
tol {zn.}
tolrecht, tolgeld , tolheffing , tol {zn.}
tolrecht
tolgeld
tolheffing
tol {zn.}
tolgeld
tolheffing
tol {zn.}
tol (mv. tollen), tolkantoor {zn.}
tol (mv. tollen)
tolkantoor {zn.}
tolkantoor {zn.}