Vertaling van uitbouw

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
uitbouw, uitbouwsel, uitbouwing [v] {zn.}
uitbouw
uitbouwsel
uitbouwing [v] {zn.}
uitbouw (de ~) {zn.}
uitbouw (de ~) {zn.}
uitbouw [m] (de ~) {zn.}
uitbouw [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan uitbouw

uitbouwsel - uitbouwingbouw - bouwsel