Vertaling van uitdaging

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
uitdaging [v], terging [v], provocatie [v] {zn.}
uitdaging [v]
terging [v]
provocatie [v] {zn.}
Ik accepteer uw uitdaging.
Ik accepteer uw uitdaging.
uitdaging [v] {zn.}
uitdaging [v] {zn.}
uitdaging [v] (de ~), provocatie [v] (de ~) {zn.}
uitdaging [v] (de ~)
provocatie [v] (de ~) {zn.}
uitdaging [v] (de ~) {zn.}
uitdaging [v] (de ~) {zn.}
opgave, uitdaging, opgaaf {zn.}
opgave
uitdaging
opgaaf {zn.}
Deze opgave is te eenvoudig.
Deze opgave is te eenvoudig.
Hij loste die opgave met gemak op.
Hij loste die opgave met gemak op.


Gerelateerd aan uitdaging

terging - provocatie - opgave - opgaafaansporing - stimulans - werklast