Vertaling van uitschilderen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
schilderen, uitschilderen, afschilderen {ww.}
schilderen
uitschilderen
afschilderen {ww.}
uitschilderen
afschilderen {ww.}
ik zal afschilderen
ik zou afschilderen
jij zult afschilderen
ik zal schilderen
ik zou schilderen
jij zult schilderen
» meer vervoegingen van schilderen
We lieten Tom de muren schilderen.
We lieten Tom de muren schilderen.
Ik liet hem mijn huis schilderen.
Ik liet hem mijn huis schilderen.