Vertaling van vel
blad {zn.}
vel papier
blad papier
blad {zn.}
vel
vacht
dierevel
pels {zn.}
vel {zn.}
afstropen {ww.}
ik stroop af
jij stroopt af
hij/zij/het stroopt af
ik vel
jij velt
hij/zij/het velt
» meer vervoegingen van vellen
laten zakken
vellen
neerlaten {ww.}
ik laat neer
jij laat neer
hij/zij/het laat neer
ik strijk
jij strijkt
hij/zij/het strijkt
» meer vervoegingen van strijken
uitspreken
vellen
verwoorden {ww.}
ik druk uit
jij drukt uit
hij/zij/het drukt uit
ik druk uit
jij drukt uit
hij/zij/het drukt uit
» meer vervoegingen van uitdrukken
vellen
neervellen
wippen {ww.}
ik kap
jij kapt
hij/zij/het kapt
ik kap
jij kapt
hij/zij/het kapt
» meer vervoegingen van kappen
ten val brengen {ww.}
ik vel
jij velt
hij/zij/het velt
ik vel
jij velt
hij/zij/het velt
» meer vervoegingen van vellen
Voorbeelden in zinsverband
Denk niet bij het laatste vel: wie na mij komt, die redt het wel.
Denk niet bij het laatste vel: wie na mij komt, die redt het wel.
Een goede herder scheert zijn schapen, maar trekt hen niet het vel over de oren.
Een goede herder scheert zijn schapen, maar trekt hen niet het vel over de oren.