Vertaling van verdedigen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
verdedigen, verweren, opkomen voor {ww.}
verdedigen
verweren
opkomen voor {ww.}

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt
» meer vervoegingen van verdedigen

Jonathan Swift zou mij verdedigen.
Jonathan Swift zou mij verdedigen.
God zal [ons] verdedigen
God zal [ons] verdedigen
verdedigen, bepleiten {ww.}
verdedigen
bepleiten {ww.}

ik bepleit
jij bepleit
hij/zij/het bepleit

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt
» meer vervoegingen van verdedigen

Jonge mannen en vrouwen vochten om hun land te verdedigen.
Jonge mannen en vrouwen vochten om hun land te verdedigen.
Wij durven onze rechten verdedigen
Wij durven onze rechten verdedigen
verdedigen {ww.}
verdedigen {ww.}

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt
» meer vervoegingen van verdedigen

verdedigen, voorstaan {ww.}
verdedigen
voorstaan {ww.}

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt
» meer vervoegingen van verdedigen

verdedigen, behandelen, pleiten {ww.}
verdedigen
behandelen
pleiten {ww.}

ik behandel
jij behandelt
hij/zij/het behandelt

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt
» meer vervoegingen van verdedigen

Een aangetaste tand/kies behandelen.
Een aangetaste tand/kies behandelen.
verdedigen {ww.}
verdedigen {ww.}

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt

ik verdedig
jij verdedigt
hij/zij/het verdedigt
» meer vervoegingen van verdedigen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Jonathan Swift zou mij verdedigen.

Jonathan Swift zou mij verdedigen.

God zal [ons] verdedigen

God zal [ons] verdedigen

Jonge mannen en vrouwen vochten om hun land te verdedigen.

Jonge mannen en vrouwen vochten om hun land te verdedigen.

Wij durven onze rechten verdedigen

Wij durven onze rechten verdedigen


Gerelateerd aan verdedigen

verweren - opkomen voor - bepleiten - voorstaan - behandelen - pleitenpreserveren - staven - uitleggen - procederen - verdedigen