Vertaling van versterf

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
versterf, versterving [v], erfstuk [o], erfenis [v], erfdeel [o], boedel [m] {zn.}
versterf
versterving [v]
erfstuk [o]
erfenis [v]
erfdeel [o]
boedel [m] {zn.}
versterf [o] (het ~) {zn.}
versterf [o] (het ~) {zn.}
afsterven, versterf, uitsterving [v] {zn.}
afsterven
versterf
uitsterving [v] {zn.}
versterven, aanbesterven {ww.}
versterven
aanbesterven {ww.}

ik besterf aan
jij besterft aan
hij/zij/het besterft aan

ik versterf
jij versterft
hij/zij/het versterft
» meer vervoegingen van versterven

versterving, legaat [o] (het ~), vermaking, versterf [o] (het ~), successie, nalatenschap [v] (de ~), erflating [v] (de ~), boedel [m] (de ~), erfenis [v] (de ~) {zn.}
versterving
legaat [o] (het ~)
vermaking
versterf [o] (het ~)
successie
nalatenschap [v] (de ~)
erflating [v] (de ~)
boedel [m] (de ~)
erfenis [v] (de ~) {zn.}
necrose [v] (de ~), versterf [o] (het ~) {zn.}
necrose [v] (de ~)
versterf [o] (het ~) {zn.}
versterven {ww.}
versterven {ww.}

ik versterf
jij versterft
hij/zij/het versterft

ik versterf
jij versterft
hij/zij/het versterft
» meer vervoegingen van versterven