Vertaling van vindiceren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verlangen, opeisen, vindiceren, claimen {ww.}
verlangen
opeisen
vindiceren
claimen {ww.}
opeisen
vindiceren
claimen {ww.}
ik claim
jij claimt
hij/zij/het claimt
ik verlang
jij verlangt
hij/zij/het verlangt
» meer vervoegingen van verlangen
Ik vrees dat dit werk het meeste van mijn tijd zal opeisen.
Ik vrees dat dit werk het meeste van mijn tijd zal opeisen.
We verlangen allemaal naar succes.
We verlangen allemaal naar succes.