Vertaling van volkomen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
in optima forma, perfect, volkomen, volmaakt {bn.}
in optima forma
perfect
volkomen
volmaakt {bn.}
heel, geheel, ten volle, volkomen, volledig, voluit {bw.}
heel
geheel
ten volle
volkomen
volledig
voluit {bw.}
feilloos, foutloos, volkomen, volmaakt {bn.}
feilloos
foutloos
volkomen
volmaakt {bn.}
compleet, gans, heel, geheel, vol, volkomen, volslagen {bn.}
compleet
gans
heel
geheel
vol
volkomen
volslagen {bn.}
compleet, heel, volkomen, volledig, volslagen, voltallig, hele {bn.}
compleet
heel
volkomen
volledig
volslagen
voltallig
hele {bn.}
compleet, heel, geheel, totaal, totaliter, volkomen, volledig {bw.}
compleet
heel
geheel
totaal
totaliter
volkomen
volledig {bw.}
compleet, totaal, vol, volkomen, volledig {bn.}
compleet
totaal
vol
volkomen
volledig {bn.}
finaal, heel, geheel, helemaal, totaal, volkomen, volledig {bw.}
finaal
heel
geheel
helemaal
totaal
volkomen
volledig {bw.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Je hebt volkomen gelijk.

Je hebt volkomen gelijk.

Je hebt volkomen gelijk.

Je hebt volkomen gelijk.

Alles wat je zegt is volkomen correct.

Alles wat je zegt is volkomen correct.


Gerelateerd aan volkomen

synoniemen

in optima forma - perfect - volmaakt - heel - geheel - ten volle - volledig - voluit - feilloos - foutloos - compleet - gans - vol - volslagen - voltallig