Vertaling van volledig
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
volledig, ononderbroken, zonder onderbreking {zn.}
volledig
ononderbroken
zonder onderbreking {zn.}
ononderbroken
zonder onderbreking {zn.}
Dit kan niet volledig genezen worden.
Dit kan niet volledig genezen worden.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
heel, geheel, ten volle, volkomen, volledig, voluit {bw.}
heel
geheel
ten volle
volkomen
volledig
voluit {bw.}
geheel
ten volle
volkomen
volledig
voluit {bw.}
totaliter, volledig {bw.}
totaliter
volledig {bw.}
volledig {bw.}
compleet, heel, volkomen, volledig, volslagen, voltallig, hele {bn.}
compleet
heel
volkomen
volledig
volslagen
voltallig
hele {bn.}
heel
volkomen
volledig
volslagen
voltallig
hele {bn.}
compleet, heel, geheel, totaal, totaliter, volkomen, volledig {bw.}
compleet
heel
geheel
totaal
totaliter
volkomen
volledig {bw.}
heel
geheel
totaal
totaliter
volkomen
volledig {bw.}
compleet, totaal, vol, volkomen, volledig {bn.}
compleet
totaal
vol
volkomen
volledig {bn.}
totaal
vol
volkomen
volledig {bn.}
finaal, heel, geheel, helemaal, totaal, volkomen, volledig {bw.}
finaal
heel
geheel
helemaal
totaal
volkomen
volledig {bw.}
heel
geheel
helemaal
totaal
volkomen
volledig {bw.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Dit kan niet volledig genezen worden.
Dit kan niet volledig genezen worden.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
De volgende morgen was de sneeuwman volledig gesmolten.
De volgende morgen was de sneeuwman volledig gesmolten.
De man die volledig in het rood was gekleed hield een pistool vast.
De man die volledig in het rood was gekleed hield een pistool vast.