Vertaling van ononderbroken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
doorlopend, onafgebroken, ononderbroken {bn.}
doorlopend
onafgebroken
ononderbroken {bn.}
volledig, ononderbroken, zonder onderbreking {zn.}
volledig
ononderbroken
zonder onderbreking {zn.}
Dit kan niet volledig genezen worden.
Dit kan niet volledig genezen worden.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
aaneen, aan één stuk door, in één ruk, ononderbroken {bw.}
aaneen
aan één stuk door
in één ruk
ononderbroken {bw.}
onafgebroken, continu, continueel, doorlopend, non-stop, ononderbroken, onverpoosd {bn.}
onafgebroken
continu
continueel
doorlopend
non-stop
ononderbroken
onverpoosd {bn.}