Vertaling van werktuig

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
werktuig [o], instrument [o] {zn.}
werktuig [o]
instrument [o] {zn.}
stuk gereedschap [o], werktuig [o] {zn.}
stuk gereedschap [o]
werktuig [o] {zn.}
middel [o], instrument [o], stuk gereedschap [o], werktuig [o] {zn.}
middel [o]
instrument [o]
stuk gereedschap [o]
werktuig [o] {zn.}
Ik gaf Tom een licht kalmerend middel.
Ik gaf Tom een licht kalmerend middel.
Het huis wordt verwarmd door middel van zonne-energie.
Het huis wordt verwarmd door middel van zonne-energie.
gereedschap [o] (het ~), werktuig [o] (het ~) {zn.}
gereedschap [o] (het ~)
werktuig [o] (het ~) {zn.}
Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.
Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.


Gerelateerd aan werktuig

instrument - stuk gereedschap - middel - gereedschapvoorwerp - middel - grijparm - mechanisme