Vertaling van zoonlief
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
zoonlief {zn.}
zoonlief {zn.}
jongen, zoon , zoonlief {zn.}
jongen
zoon
zoonlief {zn.}
zoon
zoonlief {zn.}
De jongen liep weg.
De jongen liep weg.
Die jongen eet niet.
Die jongen eet niet.