Vertaling van schijn

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
aanzien [o], schijn [m] {zn.}
anseende
aanblik [m], aanzien [o], air [o], verschijning [v], schijn, uiterlijk, voorkomen, vóórkomen {zn.}
anseende
vy
anblick
licht [o], schijn [m], schijnsel [o] {zn.}
ljus
lijken, overkomen, schijnen, toeschijnen, voorkomen, vóórkomen {ww.}
tyckas
synas