Vertaling van voorkomen
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, voorkomen, voorvallen, vóórkomen {ww.}
inträffa
passera
hända
passera
hända
lijken, overkomen, schijnen, toeschijnen, voorkomen, vóórkomen {ww.}
tyckas
synas
synas
aanblik , aanzien , air , verschijning , schijn, uiterlijk, voorkomen, vóórkomen {zn.}
anseende
vy
anblick
vy
anblick