Vertaling van vlot

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
vlot {zn.}
flotte
los, onbelemmerd, onbezet, open, vlot, vrij, vrijgesteld {bn.}
fri
effen, gelijk, glad, sluik, zonder moeilijkheden, vlot {bn.}
glatt
licht, makkelijk, gemakkelijk, vlot {bn.}
lätt
dobberen, drijven, vlotten {ww.}
flyta