Vertaling van wens
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
begeerte , zucht , lust, verlangen, wens, zin {zn.}
önskan
längtan
längtan
Ik heb maar een wens.
Jag har bara en önskan.
begeren, trek hebben in, verkiezen, verlangen, wensen {ww.}
önska
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Zweeds
Ik heb maar een wens.
Jag har bara en önskan.
De wens is de vader van de gedachte.
Nöden är uppfinningarnas moder.