Vertaling van zet

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
handeling [v] (de ~), actie [v] (de ~), verrichting [v] (de ~), gang [m] (de ~), daad [v], werking [v], zet {zn.}
handling
gärning
douw [m], drang [m], duw [m], stoot, por, zet {zn.}
törn
puff
stöt
knäck
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
ställa
sätta
lägga
aftrekken, laten trekken, zetten, trekken {ww.}
låta stå och dra
göra infusion på
monteren, zetten {ww.}
montera

Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Zet het af.

Stäng av den.

Ik zet elke maand tienduizend yen op de bank.

Jag sätter in tiotusen yen på banken varje månad.


Gerelateerd aan zet

handeling - actie - verrichting - gang - daad - werking - douw - drang - duw - stoot - por - leggen - steken - plaatsen - stellen