Vertaling van leggen

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
ställa
sätta
lägga
leggen, neerleggen, vlijen {ww.}
lägga


Gerelateerd aan leggen

steken - plaatsen - stellen - stoppen - zetten - doen - neerleggen - vlijen