Vertaling van plaatsen

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
ställa
sätta
lägga
erf [o], binnenplaats [v], hof [o], plaats (mv. plaatsen) [v] {zn.}
gårdstomt
gård
dorp [o], plaats (mv. plaatsen) [v] {zn.}
by
Wat is het verschil tussen een dorp en een stad?
Vad är det för skillnad mellan en by och en stad?
stad [v], plaats (mv. plaatsen) [v] {zn.}
stad
lokaal, plaats (mv. plaatsen) [v], plek, oord {zn.}
ort
lokaliteit [v], oord, plaats (mv. plaatsen) [v], ruimte, zetel [m] {zn.}
ort
ambt [o], baan [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats (mv. plaatsen) [v], functie {zn.}
ämbete
stad [v], stadje [o], plaats (mv. plaatsen) [v] {zn.}
köping


Gerelateerd aan plaatsen

leggen - steken - stellen - stoppen - zetten - doen - erf - binnenplaats - hof - plaats - dorp - stad - lokaal - plek - oord