Vervoeging van schermen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik scherm
  • jij schermt
  • hij/zij/het schermt
  • wij schermen
  • jullie schermen
  • zij schermen

Present

  • I fence
  • you fence
  • he/she/it fences
  • we fence
  • you fence
  • they fence

Onvoltooid verleden tijd

  • ik schermde
  • jij schermde
  • hij/zij/het schermde
  • wij schermden
  • jullie schermden
  • zij schermden

Simple past

  • I fenced
  • you fenced
  • he/she/it fenced
  • we fenced
  • you fenced
  • they fenced

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geschermd
  • jij hebt geschermd
  • hij/zij/het heeft geschermd
  • wij hebben geschermd
  • jullie hebben geschermd
  • zij hebben geschermd

Present perfect

  • I have fenced
  • you have fenced
  • he/she/it has fenced
  • we have fenced
  • you have fenced
  • they have fenced

Voltooid verleden tijd

  • ik had geschermd
  • jij had geschermd
  • hij/zij/het had geschermd
  • wij hadden geschermd
  • jullie hadden geschermd
  • zij hadden geschermd

Past perfect

  • I had fenced
  • you had fenced
  • he/she/it had fenced
  • we had fenced
  • you had fenced
  • they had fenced

Toekomende tijd I

  • ik zal schermen
  • jij zult schermen
  • hij/zij/het zal schermen
  • wij zullen schermen
  • jullie zullen schermen
  • zij zullen schermen

Future

  • I will fence
  • you will fence
  • he/she/it will fence
  • we will fence
  • you will fence
  • they will fence

Toekomende tijd II

  • ik zal geschermd hebben
  • jij zult geschermd hebben
  • hij/zij/het zal geschermd hebben
  • wij zullen geschermd hebben
  • jullie zullen geschermd hebben
  • zij zullen geschermd hebben

Future perfect

  • I will have fenced
  • you will have fenced
  • he/she/it will have fenced
  • we will have fenced
  • you will have fenced
  • they will have fenced

Conditionalis I

  • ik zou schermen
  • jij zou schermen
  • hij/zij/het zou schermen
  • wij zouden schermen
  • jullie zouden schermen
  • zij zouden schermen

Conditional present

  • I would fence
  • you would fence
  • he/she/it would fence
  • we would fence
  • you would fence
  • they would fence

Conditionalis II

  • ik zou hebben geschermd
  • jij zou hebben geschermd
  • hij/zij/het zou hebben geschermd
  • wij zouden hebben geschermd
  • jullie zouden hebben geschermd
  • zij zouden hebben geschermd

Conditional perfect

  • I would have fenced
  • you would have fenced
  • he/she/it would have fenced
  • we would have fenced
  • you would have fenced
  • they would have fenced

Imperatief

  • jij scherm
  • jullie schermt

Imperative

  • you fence
  • you fence

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van schermen