Vervoeging van zullen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik zal
    • jij zult
    • hij/zij/het zal
    • wij zullen
    • jullie zullen
    • zij zullen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik zou
    • jij zou
    • hij/zij/het zou
    • wij zouden
    • jullie zouden
    • zij zouden

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van zullen