Vervoeging van zullen

Vertaling: deber

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik zal
  • jij zult
  • hij/zij/het zal
  • wij zullen
  • jullie zullen
  • zij zullen

Indicativo presente

  • yo debo
  • debes
  • él/ella debe
  • nosotros debemos
  • vosotros debéis
  • ellos/ellas deben

Onvoltooid verleden tijd

  • ik zou
  • jij zou
  • hij/zij/het zou
  • wij zouden
  • jullie zouden
  • zij zouden

Indefinido

  • yo debí
  • debiste
  • él/ella debió
  • nosotros debimos
  • vosotros debisteis
  • ellos/ellas debieron

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van zullen