Vervoeging van achten

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik acht
  • jij acht
  • hij/zij/het acht
  • wij achten
  • jullie achten
  • zij achten

Present

  • I see
  • you see
  • he/she/it sees
  • we see
  • you see
  • they see

Onvoltooid verleden tijd

  • ik achtte
  • jij achtte
  • hij/zij/het achtte
  • wij achtten
  • jullie achtten
  • zij achtten

Simple past

  • I saw
  • you saw
  • he/she/it saw
  • we saw
  • you saw
  • they saw

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geacht
  • jij hebt geacht
  • hij/zij/het heeft geacht
  • wij hebben geacht
  • jullie hebben geacht
  • zij hebben geacht

Present perfect

  • I have seen
  • you have seen
  • he/she/it has seen
  • we have seen
  • you have seen
  • they have seen

Voltooid verleden tijd

  • ik had geacht
  • jij had geacht
  • hij/zij/het had geacht
  • wij hadden geacht
  • jullie hadden geacht
  • zij hadden geacht

Past perfect

  • I had seen
  • you had seen
  • he/she/it had seen
  • we had seen
  • you had seen
  • they had seen

Toekomende tijd I

  • ik zal achten
  • jij zult achten
  • hij/zij/het zal achten
  • wij zullen achten
  • jullie zullen achten
  • zij zullen achten

Future

  • I will see
  • you will see
  • he/she/it will see
  • we will see
  • you will see
  • they will see

Toekomende tijd II

  • ik zal geacht hebben
  • jij zult geacht hebben
  • hij/zij/het zal geacht hebben
  • wij zullen geacht hebben
  • jullie zullen geacht hebben
  • zij zullen geacht hebben

Future perfect

  • I will have seen
  • you will have seen
  • he/she/it will have seen
  • we will have seen
  • you will have seen
  • they will have seen

Conditionalis I

  • ik zou achten
  • jij zou achten
  • hij/zij/het zou achten
  • wij zouden achten
  • jullie zouden achten
  • zij zouden achten

Conditional present

  • I would see
  • you would see
  • he/she/it would see
  • we would see
  • you would see
  • they would see

Conditionalis II

  • ik zou hebben geacht
  • jij zou hebben geacht
  • hij/zij/het zou hebben geacht
  • wij zouden hebben geacht
  • jullie zouden hebben geacht
  • zij zouden hebben geacht

Conditional perfect

  • I would have seen
  • you would have seen
  • he/she/it would have seen
  • we would have seen
  • you would have seen
  • they would have seen

Imperatief

  • jij acht
  • jullie acht

Imperative

  • you see
  • you see

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van achten