Vervoeging van analyse
Onbepaalde wijs (infinitief): to analyse
Engels
Nederlands
Present
- I analyse
- you analyse
- he/she/it analyses
- we analyse
- you analyse
- they analyse
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik informeer
- jij informeert
- hij/zij/het informeert
- wij informeren
- jullie informeren
- zij informeren
Simple past
- I analysed
- you analysed
- he/she/it analysed
- we analysed
- you analysed
- they analysed
Onvoltooid verleden tijd
- ik informeerde
- jij informeerde
- hij/zij/het informeerde
- wij informeerden
- jullie informeerden
- zij informeerden
Present perfect
- I have analysed
- you have analysed
- he/she/it has analysed
- we have analysed
- you have analysed
- they have analysed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geïnformeerd
- jij hebt geïnformeerd
- hij/zij/het heeft geïnformeerd
- wij hebben geïnformeerd
- jullie hebben geïnformeerd
- zij hebben geïnformeerd
Past perfect
- I had analysed
- you had analysed
- he/she/it had analysed
- we had analysed
- you had analysed
- they had analysed
Voltooid verleden tijd
- ik had geïnformeerd
- jij had geïnformeerd
- hij/zij/het had geïnformeerd
- wij hadden geïnformeerd
- jullie hadden geïnformeerd
- zij hadden geïnformeerd
Future
- I will analyse
- you will analyse
- he/she/it will analyse
- we will analyse
- you will analyse
- they will analyse
Toekomende tijd I
- ik zal informeren
- jij zult informeren
- hij/zij/het zal informeren
- wij zullen informeren
- jullie zullen informeren
- zij zullen informeren
Future perfect
- I will have analysed
- you will have analysed
- he/she/it will have analysed
- we will have analysed
- you will have analysed
- they will have analysed
Toekomende tijd II
- ik zal geïnformeerd hebben
- jij zult geïnformeerd hebben
- hij/zij/het zal geïnformeerd hebben
- wij zullen geïnformeerd hebben
- jullie zullen geïnformeerd hebben
- zij zullen geïnformeerd hebben
Conditional present
- I would analyse
- you would analyse
- he/she/it would analyse
- we would analyse
- you would analyse
- they would analyse
Conditionalis I
- ik zou informeren
- jij zou informeren
- hij/zij/het zou informeren
- wij zouden informeren
- jullie zouden informeren
- zij zouden informeren
Conditional perfect
- I would have analysed
- you would have analysed
- he/she/it would have analysed
- we would have analysed
- you would have analysed
- they would have analysed
Conditionalis II
- ik zou hebben geïnformeerd
- jij zou hebben geïnformeerd
- hij/zij/het zou hebben geïnformeerd
- wij zouden hebben geïnformeerd
- jullie zouden hebben geïnformeerd
- zij zouden hebben geïnformeerd
Imperative
- you analyse
- you analyse
Imperatief
- jij informeer
- jullie informeert