Vervoeging van analyse
Onbepaalde wijs (infinitief): to analyse
Engels
Nederlands
Present
- I analyse
- you analyse
- he/she/it analyses
- we analyse
- you analyse
- they analyse
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik onderzoek
- jij onderzoekt
- hij/zij/het onderzoekt
- wij onderzoeken
- jullie onderzoeken
- zij onderzoeken
Simple past
- I analysed
- you analysed
- he/she/it analysed
- we analysed
- you analysed
- they analysed
Onvoltooid verleden tijd
- ik onderzocht
- jij onderzocht
- hij/zij/het onderzocht
- wij onderzochten
- jullie onderzochten
- zij onderzochten
Present perfect
- I have analysed
- you have analysed
- he/she/it has analysed
- we have analysed
- you have analysed
- they have analysed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb onderzocht
- jij hebt onderzocht
- hij/zij/het heeft onderzocht
- wij hebben onderzocht
- jullie hebben onderzocht
- zij hebben onderzocht
Past perfect
- I had analysed
- you had analysed
- he/she/it had analysed
- we had analysed
- you had analysed
- they had analysed
Voltooid verleden tijd
- ik had onderzocht
- jij had onderzocht
- hij/zij/het had onderzocht
- wij hadden onderzocht
- jullie hadden onderzocht
- zij hadden onderzocht
Future
- I will analyse
- you will analyse
- he/she/it will analyse
- we will analyse
- you will analyse
- they will analyse
Toekomende tijd I
- ik zal onderzoeken
- jij zult onderzoeken
- hij/zij/het zal onderzoeken
- wij zullen onderzoeken
- jullie zullen onderzoeken
- zij zullen onderzoeken
Future perfect
- I will have analysed
- you will have analysed
- he/she/it will have analysed
- we will have analysed
- you will have analysed
- they will have analysed
Toekomende tijd II
- ik zal onderzocht hebben
- jij zult onderzocht hebben
- hij/zij/het zal onderzocht hebben
- wij zullen onderzocht hebben
- jullie zullen onderzocht hebben
- zij zullen onderzocht hebben
Conditional present
- I would analyse
- you would analyse
- he/she/it would analyse
- we would analyse
- you would analyse
- they would analyse
Conditionalis I
- ik zou onderzoeken
- jij zou onderzoeken
- hij/zij/het zou onderzoeken
- wij zouden onderzoeken
- jullie zouden onderzoeken
- zij zouden onderzoeken
Conditional perfect
- I would have analysed
- you would have analysed
- he/she/it would have analysed
- we would have analysed
- you would have analysed
- they would have analysed
Conditionalis II
- ik zou hebben onderzocht
- jij zou hebben onderzocht
- hij/zij/het zou hebben onderzocht
- wij zouden hebben onderzocht
- jullie zouden hebben onderzocht
- zij zouden hebben onderzocht
Imperative
- you analyse
- you analyse
Imperatief
- jij onderzoek
- jullie onderzoekt