Vervoeging van arch

Vertaling: welven

Engels

Nederlands

Present

  • I arch
  • you arch
  • he/she/it arches
  • we arch
  • you arch
  • they arch

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik welf
  • jij welft
  • hij/zij/het welft
  • wij welven
  • jullie welven
  • zij welven

Simple past

  • I arched
  • you arched
  • he/she/it arched
  • we arched
  • you arched
  • they arched

Onvoltooid verleden tijd

  • ik welfde
  • jij welfde
  • hij/zij/het welfde
  • wij welfden
  • jullie welfden
  • zij welfden

Present perfect

  • I have arched
  • you have arched
  • he/she/it has arched
  • we have arched
  • you have arched
  • they have arched

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gewelfd
  • jij hebt gewelfd
  • hij/zij/het heeft gewelfd
  • wij hebben gewelfd
  • jullie hebben gewelfd
  • zij hebben gewelfd

Past perfect

  • I had arched
  • you had arched
  • he/she/it had arched
  • we had arched
  • you had arched
  • they had arched

Voltooid verleden tijd

  • ik had gewelfd
  • jij had gewelfd
  • hij/zij/het had gewelfd
  • wij hadden gewelfd
  • jullie hadden gewelfd
  • zij hadden gewelfd

Future

  • I will arch
  • you will arch
  • he/she/it will arch
  • we will arch
  • you will arch
  • they will arch

Toekomende tijd I

  • ik zal welven
  • jij zult welven
  • hij/zij/het zal welven
  • wij zullen welven
  • jullie zullen welven
  • zij zullen welven

Future perfect

  • I will have arched
  • you will have arched
  • he/she/it will have arched
  • we will have arched
  • you will have arched
  • they will have arched

Toekomende tijd II

  • ik zal gewelfd hebben
  • jij zult gewelfd hebben
  • hij/zij/het zal gewelfd hebben
  • wij zullen gewelfd hebben
  • jullie zullen gewelfd hebben
  • zij zullen gewelfd hebben

Conditional present

  • I would arch
  • you would arch
  • he/she/it would arch
  • we would arch
  • you would arch
  • they would arch

Conditionalis I

  • ik zou welven
  • jij zou welven
  • hij/zij/het zou welven
  • wij zouden welven
  • jullie zouden welven
  • zij zouden welven

Conditional perfect

  • I would have arched
  • you would have arched
  • he/she/it would have arched
  • we would have arched
  • you would have arched
  • they would have arched

Conditionalis II

  • ik zou hebben gewelfd
  • jij zou hebben gewelfd
  • hij/zij/het zou hebben gewelfd
  • wij zouden hebben gewelfd
  • jullie zouden hebben gewelfd
  • zij zouden hebben gewelfd

Imperative

  • you arch
  • you arch

Imperatief

  • jij welf
  • jullie welft

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van arch