Vervoeging van bijwerken

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik werk bij
  • jij werkt bij
  • hij/zij/het werkt bij
  • wij werken bij
  • jullie werken bij
  • zij werken bij

Indicativo presente

  • yo lleno
  • llenas
  • él/ella llena
  • nosotros llenamos
  • vosotros llenáis
  • ellos/ellas llenan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik werkte bij
  • jij werkte bij
  • hij/zij/het werkte bij
  • wij werkten bij
  • jullie werkten bij
  • zij werkten bij

Indefinido

  • yo llené
  • llenaste
  • él/ella llenó
  • nosotros llenamos
  • vosotros llenasteis
  • ellos/ellas llenaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bijgewerkt
  • jij hebt bijgewerkt
  • hij/zij/het heeft bijgewerkt
  • wij hebben bijgewerkt
  • jullie hebben bijgewerkt
  • zij hebben bijgewerkt

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he llenado
  • has llenado
  • él/ella ha llenado
  • nosotros hemos llenado
  • vosotros habéis llenado
  • ellos/ellas han llenado

Voltooid verleden tijd

  • ik had bijgewerkt
  • jij had bijgewerkt
  • hij/zij/het had bijgewerkt
  • wij hadden bijgewerkt
  • jullie hadden bijgewerkt
  • zij hadden bijgewerkt

Pluscuamperfecto

  • yo había llenado
  • habías llenado
  • él/ella había llenado
  • nosotros habíamos llenado
  • vosotros habíais llenado
  • ellos/ellas habían llenado

Toekomende tijd I

  • ik zal bijwerken
  • jij zult bijwerken
  • hij/zij/het zal bijwerken
  • wij zullen bijwerken
  • jullie zullen bijwerken
  • zij zullen bijwerken

Futuro I

  • yo llenaré
  • llenarás
  • él/ella llenará
  • nosotros llenaremos
  • vosotros llenaréis
  • ellos/ellas llenarán

Toekomende tijd II

  • ik zal bijgewerkt hebben
  • jij zult bijgewerkt hebben
  • hij/zij/het zal bijgewerkt hebben
  • wij zullen bijgewerkt hebben
  • jullie zullen bijgewerkt hebben
  • zij zullen bijgewerkt hebben

Futuro perfecto

  • yo habré llenado
  • habrás llenado
  • él/ella habrá llenado
  • nosotros habremos llenado
  • vosotros habréis llenado
  • ellos/ellas habrán llenado

Conditionalis I

  • ik zou bijwerken
  • jij zou bijwerken
  • hij/zij/het zou bijwerken
  • wij zouden bijwerken
  • jullie zouden bijwerken
  • zij zouden bijwerken

Condicional

  • yo llenaría
  • llenarías
  • él/ella llenaría
  • nosotros llenaríamos
  • vosotros llenaríais
  • ellos/ellas llenarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben bijgewerkt
  • jij zou hebben bijgewerkt
  • hij/zij/het zou hebben bijgewerkt
  • wij zouden hebben bijgewerkt
  • jullie zouden hebben bijgewerkt
  • zij zouden hebben bijgewerkt

Condicional perfecto

  • yo habría llenado
  • habrías llenado
  • él/ella habría llenado
  • nosotros habríamos llenado
  • vosotros habríais llenado
  • ellos/ellas habrían llenado

Imperatief

  • jij werk bij
  • jullie werkt bij

Imperativo presente

  • llena
  • vosotros llenad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van bijwerken