Vervoeging van digest
Onbepaalde wijs (infinitief): to digest
Engels
Nederlands
Present
- I digest
- you digest
- he/she/it digests
- we digest
- you digest
- they digest
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verdraag
- jij verdraagt
- hij/zij/het verdraagt
- wij verdragen
- jullie verdragen
- zij verdragen
Simple past
- I digested
- you digested
- he/she/it digested
- we digested
- you digested
- they digested
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdroeg
- jij verdroeg
- hij/zij/het verdroeg
- wij verdroegen
- jullie verdroegen
- zij verdroegen
Present perfect
- I have digested
- you have digested
- he/she/it has digested
- we have digested
- you have digested
- they have digested
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verdragen
- jij hebt verdragen
- hij/zij/het heeft verdragen
- wij hebben verdragen
- jullie hebben verdragen
- zij hebben verdragen
Past perfect
- I had digested
- you had digested
- he/she/it had digested
- we had digested
- you had digested
- they had digested
Voltooid verleden tijd
- ik had verdragen
- jij had verdragen
- hij/zij/het had verdragen
- wij hadden verdragen
- jullie hadden verdragen
- zij hadden verdragen
Future
- I will digest
- you will digest
- he/she/it will digest
- we will digest
- you will digest
- they will digest
Toekomende tijd I
- ik zal verdragen
- jij zult verdragen
- hij/zij/het zal verdragen
- wij zullen verdragen
- jullie zullen verdragen
- zij zullen verdragen
Future perfect
- I will have digested
- you will have digested
- he/she/it will have digested
- we will have digested
- you will have digested
- they will have digested
Toekomende tijd II
- ik zal verdragen hebben
- jij zult verdragen hebben
- hij/zij/het zal verdragen hebben
- wij zullen verdragen hebben
- jullie zullen verdragen hebben
- zij zullen verdragen hebben
Conditional present
- I would digest
- you would digest
- he/she/it would digest
- we would digest
- you would digest
- they would digest
Conditionalis I
- ik zou verdragen
- jij zou verdragen
- hij/zij/het zou verdragen
- wij zouden verdragen
- jullie zouden verdragen
- zij zouden verdragen
Conditional perfect
- I would have digested
- you would have digested
- he/she/it would have digested
- we would have digested
- you would have digested
- they would have digested
Conditionalis II
- ik zou hebben verdragen
- jij zou hebben verdragen
- hij/zij/het zou hebben verdragen
- wij zouden hebben verdragen
- jullie zouden hebben verdragen
- zij zouden hebben verdragen
Imperative
- you digest
- you digest
Imperatief
- jij verdraag
- jullie verdraagt