Vervoeging van gieten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik giet
- jij giet
- hij/zij/het giet
- wij gieten
- jullie gieten
- zij gieten
Present
- I pelt
- you pelt
- he/she/it pelts
- we pelt
- you pelt
- they pelt
Onvoltooid verleden tijd
- ik goot
- jij goot
- hij/zij/het goot
- wij goten
- jullie goten
- zij goten
Simple past
- I pelted
- you pelted
- he/she/it pelted
- we pelted
- you pelted
- they pelted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gegoten
- jij hebt gegoten
- hij/zij/het heeft gegoten
- wij hebben gegoten
- jullie hebben gegoten
- zij hebben gegoten
Present perfect
- I have pelted
- you have pelted
- he/she/it has pelted
- we have pelted
- you have pelted
- they have pelted
Voltooid verleden tijd
- ik had gegoten
- jij had gegoten
- hij/zij/het had gegoten
- wij hadden gegoten
- jullie hadden gegoten
- zij hadden gegoten
Past perfect
- I had pelted
- you had pelted
- he/she/it had pelted
- we had pelted
- you had pelted
- they had pelted
Toekomende tijd I
- ik zal gieten
- jij zult gieten
- hij/zij/het zal gieten
- wij zullen gieten
- jullie zullen gieten
- zij zullen gieten
Future
- I will pelt
- you will pelt
- he/she/it will pelt
- we will pelt
- you will pelt
- they will pelt
Toekomende tijd II
- ik zal gegoten hebben
- jij zult gegoten hebben
- hij/zij/het zal gegoten hebben
- wij zullen gegoten hebben
- jullie zullen gegoten hebben
- zij zullen gegoten hebben
Future perfect
- I will have pelted
- you will have pelted
- he/she/it will have pelted
- we will have pelted
- you will have pelted
- they will have pelted
Conditionalis I
- ik zou gieten
- jij zou gieten
- hij/zij/het zou gieten
- wij zouden gieten
- jullie zouden gieten
- zij zouden gieten
Conditional present
- I would pelt
- you would pelt
- he/she/it would pelt
- we would pelt
- you would pelt
- they would pelt
Conditionalis II
- ik zou hebben gegoten
- jij zou hebben gegoten
- hij/zij/het zou hebben gegoten
- wij zouden hebben gegoten
- jullie zouden hebben gegoten
- zij zouden hebben gegoten
Conditional perfect
- I would have pelted
- you would have pelted
- he/she/it would have pelted
- we would have pelted
- you would have pelted
- they would have pelted
Imperatief
- jij giet
- jullie giet
Imperative
- you pelt
- you pelt