Betekenis van:
gieten

gieten
Werkwoord
  • (vocht) laten stromen uit een vat, een emmer enz.
"olie op het vuur gieten"
"water gooien op het vuur"

Hyperoniemen

Hyponiemen

gieten
Werkwoord
  • in een vorm laten harden; door gieten vervaardigd; maken door te gieten
"[een standbeeld] in brons gieten"
"iets in de juiste vorm gieten"

Synoniemen

Hyperoniemen

gieten
Werkwoord
  • een vloeistof vallend laten vloeien
"Brons werd in een vorm gegoten om een standbeeld van hem te maken."
gieten
Werkwoord
  • hevig regenen
"Het goot en hij werd kleddernat."
gieten
Werkwoord
  • stortregenen
"het regent dat het giet"

Synoniemen

Hyperoniemen

gieten
Werkwoord
  • nat gieten; begieten
"planten gieten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord

gieten
een vervoeging van aangieten
gieten
een vervoeging van afgieten
gieten
een vervoeging van bijgieten
gieten
een vervoeging van ingieten
gieten
een vervoeging van leeggieten
gieten
een vervoeging van opgieten
gieten
een vervoeging van uitgieten
gieten
een vervoeging van volgieten
gieten
een vervoeging van weggieten

Voorbeeldzinnen

  1. Het begon te gieten.
  2. Gieten van lichte metalen
  3. Gieten van staal
  4. Gieten van ijzer
  5. Gieten van metalen
  6. CPA 24.52.10: Gieten van staal
  7. CPA 24.51.11: Gieten van ijzer
  8. NACE 24.51: Gieten van ijzer
  9. Gieten van andere non-ferrometalen
  10. NACE 27.51: Gieten van ijzer
  11. NACE 27.52: Gieten van staal
  12. NACE 24.52: Gieten van staal
  13. CPA 24.53.10: Gieten van lichte metalen
  14. NACE 27.53: Gieten van lichte metalen
  15. NACE 24.54: Gieten van andere non-ferrometalen