Vervoeging van knikken

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik knik
  • jij knikt
  • hij/zij/het knikt
  • wij knikken
  • jullie knikken
  • zij knikken

Present

  • I crack
  • you crack
  • he/she/it cracks
  • we crack
  • you crack
  • they crack

Onvoltooid verleden tijd

  • ik knikte
  • jij knikte
  • hij/zij/het knikte
  • wij knikten
  • jullie knikten
  • zij knikten

Simple past

  • I cracked
  • you cracked
  • he/she/it cracked
  • we cracked
  • you cracked
  • they cracked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geknikt
  • jij hebt geknikt
  • hij/zij/het heeft geknikt
  • wij hebben geknikt
  • jullie hebben geknikt
  • zij hebben geknikt

Present perfect

  • I have cracked
  • you have cracked
  • he/she/it has cracked
  • we have cracked
  • you have cracked
  • they have cracked

Voltooid verleden tijd

  • ik had geknikt
  • jij had geknikt
  • hij/zij/het had geknikt
  • wij hadden geknikt
  • jullie hadden geknikt
  • zij hadden geknikt

Past perfect

  • I had cracked
  • you had cracked
  • he/she/it had cracked
  • we had cracked
  • you had cracked
  • they had cracked

Toekomende tijd I

  • ik zal knikken
  • jij zult knikken
  • hij/zij/het zal knikken
  • wij zullen knikken
  • jullie zullen knikken
  • zij zullen knikken

Future

  • I will crack
  • you will crack
  • he/she/it will crack
  • we will crack
  • you will crack
  • they will crack

Toekomende tijd II

  • ik zal geknikt hebben
  • jij zult geknikt hebben
  • hij/zij/het zal geknikt hebben
  • wij zullen geknikt hebben
  • jullie zullen geknikt hebben
  • zij zullen geknikt hebben

Future perfect

  • I will have cracked
  • you will have cracked
  • he/she/it will have cracked
  • we will have cracked
  • you will have cracked
  • they will have cracked

Conditionalis I

  • ik zou knikken
  • jij zou knikken
  • hij/zij/het zou knikken
  • wij zouden knikken
  • jullie zouden knikken
  • zij zouden knikken

Conditional present

  • I would crack
  • you would crack
  • he/she/it would crack
  • we would crack
  • you would crack
  • they would crack

Conditionalis II

  • ik zou hebben geknikt
  • jij zou hebben geknikt
  • hij/zij/het zou hebben geknikt
  • wij zouden hebben geknikt
  • jullie zouden hebben geknikt
  • zij zouden hebben geknikt

Conditional perfect

  • I would have cracked
  • you would have cracked
  • he/she/it would have cracked
  • we would have cracked
  • you would have cracked
  • they would have cracked

Imperatief

  • jij knik
  • jullie knikt

Imperative

  • you crack
  • you crack

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van knikken