Vervoeging van nick

Engels

Nederlands

Present

  • I nick
  • you nick
  • he/she/it nicks
  • we nick
  • you nick
  • they nick

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik ontvreemd
  • jij ontvreemdt
  • hij/zij/het ontvreemdt
  • wij ontvreemden
  • jullie ontvreemden
  • zij ontvreemden

Simple past

  • I nicked
  • you nicked
  • he/she/it nicked
  • we nicked
  • you nicked
  • they nicked

Onvoltooid verleden tijd

  • ik ontvreemdde
  • jij ontvreemdde
  • hij/zij/het ontvreemdde
  • wij ontvreemdden
  • jullie ontvreemdden
  • zij ontvreemdden

Present perfect

  • I have nicked
  • you have nicked
  • he/she/it has nicked
  • we have nicked
  • you have nicked
  • they have nicked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ontvreemd
  • jij hebt ontvreemd
  • hij/zij/het heeft ontvreemd
  • wij hebben ontvreemd
  • jullie hebben ontvreemd
  • zij hebben ontvreemd

Past perfect

  • I had nicked
  • you had nicked
  • he/she/it had nicked
  • we had nicked
  • you had nicked
  • they had nicked

Voltooid verleden tijd

  • ik had ontvreemd
  • jij had ontvreemd
  • hij/zij/het had ontvreemd
  • wij hadden ontvreemd
  • jullie hadden ontvreemd
  • zij hadden ontvreemd

Future

  • I will nick
  • you will nick
  • he/she/it will nick
  • we will nick
  • you will nick
  • they will nick

Toekomende tijd I

  • ik zal ontvreemden
  • jij zult ontvreemden
  • hij/zij/het zal ontvreemden
  • wij zullen ontvreemden
  • jullie zullen ontvreemden
  • zij zullen ontvreemden

Future perfect

  • I will have nicked
  • you will have nicked
  • he/she/it will have nicked
  • we will have nicked
  • you will have nicked
  • they will have nicked

Toekomende tijd II

  • ik zal ontvreemd hebben
  • jij zult ontvreemd hebben
  • hij/zij/het zal ontvreemd hebben
  • wij zullen ontvreemd hebben
  • jullie zullen ontvreemd hebben
  • zij zullen ontvreemd hebben

Conditional present

  • I would nick
  • you would nick
  • he/she/it would nick
  • we would nick
  • you would nick
  • they would nick

Conditionalis I

  • ik zou ontvreemden
  • jij zou ontvreemden
  • hij/zij/het zou ontvreemden
  • wij zouden ontvreemden
  • jullie zouden ontvreemden
  • zij zouden ontvreemden

Conditional perfect

  • I would have nicked
  • you would have nicked
  • he/she/it would have nicked
  • we would have nicked
  • you would have nicked
  • they would have nicked

Conditionalis II

  • ik zou hebben ontvreemd
  • jij zou hebben ontvreemd
  • hij/zij/het zou hebben ontvreemd
  • wij zouden hebben ontvreemd
  • jullie zouden hebben ontvreemd
  • zij zouden hebben ontvreemd

Imperative

  • you nick
  • you nick

Imperatief

  • jij ontvreemd
  • jullie ontvreemdt

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van nick