Vervoeging van pavoiseren

Onbepaalde wijs (infinitief): pavoiseren

Vertaling: to flag

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik pavoiseer
  • jij pavoiseert
  • hij/zij/het pavoiseert
  • wij pavoiseren
  • jullie pavoiseren
  • zij pavoiseren

Present

  • I flag
  • you flag
  • he/she/it flags
  • we flag
  • you flag
  • they flag

Onvoltooid verleden tijd

  • ik pavoiseerde
  • jij pavoiseerde
  • hij/zij/het pavoiseerde
  • wij pavoiseerden
  • jullie pavoiseerden
  • zij pavoiseerden

Simple past

  • I flagged
  • you flagged
  • he/she/it flagged
  • we flagged
  • you flagged
  • they flagged

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gepavoiseerd
  • jij hebt gepavoiseerd
  • hij/zij/het heeft gepavoiseerd
  • wij hebben gepavoiseerd
  • jullie hebben gepavoiseerd
  • zij hebben gepavoiseerd

Present perfect

  • I have flagged
  • you have flagged
  • he/she/it has flagged
  • we have flagged
  • you have flagged
  • they have flagged

Voltooid verleden tijd

  • ik had gepavoiseerd
  • jij had gepavoiseerd
  • hij/zij/het had gepavoiseerd
  • wij hadden gepavoiseerd
  • jullie hadden gepavoiseerd
  • zij hadden gepavoiseerd

Past perfect

  • I had flagged
  • you had flagged
  • he/she/it had flagged
  • we had flagged
  • you had flagged
  • they had flagged

Toekomende tijd I

  • ik zal pavoiseren
  • jij zult pavoiseren
  • hij/zij/het zal pavoiseren
  • wij zullen pavoiseren
  • jullie zullen pavoiseren
  • zij zullen pavoiseren

Future

  • I will flag
  • you will flag
  • he/she/it will flag
  • we will flag
  • you will flag
  • they will flag

Toekomende tijd II

  • ik zal gepavoiseerd hebben
  • jij zult gepavoiseerd hebben
  • hij/zij/het zal gepavoiseerd hebben
  • wij zullen gepavoiseerd hebben
  • jullie zullen gepavoiseerd hebben
  • zij zullen gepavoiseerd hebben

Future perfect

  • I will have flagged
  • you will have flagged
  • he/she/it will have flagged
  • we will have flagged
  • you will have flagged
  • they will have flagged

Conditionalis I

  • ik zou pavoiseren
  • jij zou pavoiseren
  • hij/zij/het zou pavoiseren
  • wij zouden pavoiseren
  • jullie zouden pavoiseren
  • zij zouden pavoiseren

Conditional present

  • I would flag
  • you would flag
  • he/she/it would flag
  • we would flag
  • you would flag
  • they would flag

Conditionalis II

  • ik zou hebben gepavoiseerd
  • jij zou hebben gepavoiseerd
  • hij/zij/het zou hebben gepavoiseerd
  • wij zouden hebben gepavoiseerd
  • jullie zouden hebben gepavoiseerd
  • zij zouden hebben gepavoiseerd

Conditional perfect

  • I would have flagged
  • you would have flagged
  • he/she/it would have flagged
  • we would have flagged
  • you would have flagged
  • they would have flagged

Imperatief

  • jij pavoiseer
  • jullie pavoiseert

Imperative

  • you flag
  • you flag

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van pavoiseren