Vervoeging van pavoiseren

Onbepaalde wijs (infinitief): pavoiseren

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik pavoiseer
    • jij pavoiseert
    • hij/zij/het pavoiseert
    • wij pavoiseren
    • jullie pavoiseren
    • zij pavoiseren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik pavoiseerde
    • jij pavoiseerde
    • hij/zij/het pavoiseerde
    • wij pavoiseerden
    • jullie pavoiseerden
    • zij pavoiseerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gepavoiseerd
    • jij hebt gepavoiseerd
    • hij/zij/het heeft gepavoiseerd
    • wij hebben gepavoiseerd
    • jullie hebben gepavoiseerd
    • zij hebben gepavoiseerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gepavoiseerd
    • jij had gepavoiseerd
    • hij/zij/het had gepavoiseerd
    • wij hadden gepavoiseerd
    • jullie hadden gepavoiseerd
    • zij hadden gepavoiseerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal pavoiseren
    • jij zult pavoiseren
    • hij/zij/het zal pavoiseren
    • wij zullen pavoiseren
    • jullie zullen pavoiseren
    • zij zullen pavoiseren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gepavoiseerd hebben
    • jij zult gepavoiseerd hebben
    • hij/zij/het zal gepavoiseerd hebben
    • wij zullen gepavoiseerd hebben
    • jullie zullen gepavoiseerd hebben
    • zij zullen gepavoiseerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou pavoiseren
    • jij zou pavoiseren
    • hij/zij/het zou pavoiseren
    • wij zouden pavoiseren
    • jullie zouden pavoiseren
    • zij zouden pavoiseren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gepavoiseerd
    • jij zou hebben gepavoiseerd
    • hij/zij/het zou hebben gepavoiseerd
    • wij zouden hebben gepavoiseerd
    • jullie zouden hebben gepavoiseerd
    • zij zouden hebben gepavoiseerd
  • Imperatief

    • jij pavoiseer
    • jullie pavoiseert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van pavoiseren