Vervoeging van raise
Onbepaalde wijs (infinitief): to raise
61 alternatieve vertalingen
- aankaarten
- aansnijden
- aanwerven
- aanzwengelen
- bebouwen
- beuren
- boeren
- bovenhalen
- collecteren
- dresseren
- entameren
- evoceren
- fokken
- grootbrengen
- heffen
- innen
- inzamelen
- komen
- kweken
- lichten
- neerzetten
- omhooghalen
- omhoogtillen
- oogsten
- opbeuren
- opduikelen
- opfokken
- ophalen
- opheffen
- ophogen
- oplaten
- opleiden
- oplichten
- opnemen
- oprichten
- oproepen
- opslaan
- optillen
- optrekken
- opvoeden
- opzetten
- plukken
- rapen
- rekruteren
- ronselen
- tillen
- toveren
- transcenderen
- uitdiepen
- uitpluizen
- verdiepen
- vergroten
- verheffen
- verhogen
- vermeerderen
- verzamelen
- vestigen
- voortoveren
- wegpromoveren
- wekken
- werven
Engels
Nederlands
Present
- I raise
- you raise
- he/she/it raises
- we raise
- you raise
- they raise
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik evoqueer
- jij evoqueert
- hij/zij/het evoqueert
- wij evoqueren
- jullie evoqueren
- zij evoqueren
Simple past
- I raised
- you raised
- he/she/it raised
- we raised
- you raised
- they raised
Onvoltooid verleden tijd
- ik evoqueerde
- jij evoqueerde
- hij/zij/het evoqueerde
- wij evoqueerden
- jullie evoqueerden
- zij evoqueerden
Present perfect
- I have raised
- you have raised
- he/she/it has raised
- we have raised
- you have raised
- they have raised
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geëvoqueerd
- jij hebt geëvoqueerd
- hij/zij/het heeft geëvoqueerd
- wij hebben geëvoqueerd
- jullie hebben geëvoqueerd
- zij hebben geëvoqueerd
Past perfect
- I had raised
- you had raised
- he/she/it had raised
- we had raised
- you had raised
- they had raised
Voltooid verleden tijd
- ik had geëvoqueerd
- jij had geëvoqueerd
- hij/zij/het had geëvoqueerd
- wij hadden geëvoqueerd
- jullie hadden geëvoqueerd
- zij hadden geëvoqueerd
Future
- I will raise
- you will raise
- he/she/it will raise
- we will raise
- you will raise
- they will raise
Toekomende tijd I
- ik zal evoqueren
- jij zult evoqueren
- hij/zij/het zal evoqueren
- wij zullen evoqueren
- jullie zullen evoqueren
- zij zullen evoqueren
Future perfect
- I will have raised
- you will have raised
- he/she/it will have raised
- we will have raised
- you will have raised
- they will have raised
Toekomende tijd II
- ik zal geëvoqueerd hebben
- jij zult geëvoqueerd hebben
- hij/zij/het zal geëvoqueerd hebben
- wij zullen geëvoqueerd hebben
- jullie zullen geëvoqueerd hebben
- zij zullen geëvoqueerd hebben
Conditional present
- I would raise
- you would raise
- he/she/it would raise
- we would raise
- you would raise
- they would raise
Conditionalis I
- ik zou evoqueren
- jij zou evoqueren
- hij/zij/het zou evoqueren
- wij zouden evoqueren
- jullie zouden evoqueren
- zij zouden evoqueren
Conditional perfect
- I would have raised
- you would have raised
- he/she/it would have raised
- we would have raised
- you would have raised
- they would have raised
Conditionalis II
- ik zou hebben geëvoqueerd
- jij zou hebben geëvoqueerd
- hij/zij/het zou hebben geëvoqueerd
- wij zouden hebben geëvoqueerd
- jullie zouden hebben geëvoqueerd
- zij zouden hebben geëvoqueerd
Imperative
- you raise
- you raise
Imperatief
- jij evoqueer
- jullie evoqueert