Vervoeging van schieten

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik schiet
    • jij schiet
    • hij/zij/het schiet
    • wij schieten
    • jullie schieten
    • zij schieten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik schoot
    • jij schoot
    • hij/zij/het schoot
    • wij schoten
    • jullie schoten
    • zij schoten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geschoten
    • jij hebt geschoten
    • hij/zij/het heeft geschoten
    • wij hebben geschoten
    • jullie hebben geschoten
    • zij hebben geschoten
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geschoten
    • jij had geschoten
    • hij/zij/het had geschoten
    • wij hadden geschoten
    • jullie hadden geschoten
    • zij hadden geschoten
  • Toekomende tijd I

    • ik zal schieten
    • jij zult schieten
    • hij/zij/het zal schieten
    • wij zullen schieten
    • jullie zullen schieten
    • zij zullen schieten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geschoten hebben
    • jij zult geschoten hebben
    • hij/zij/het zal geschoten hebben
    • wij zullen geschoten hebben
    • jullie zullen geschoten hebben
    • zij zullen geschoten hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou schieten
    • jij zou schieten
    • hij/zij/het zou schieten
    • wij zouden schieten
    • jullie zouden schieten
    • zij zouden schieten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geschoten
    • jij zou hebben geschoten
    • hij/zij/het zou hebben geschoten
    • wij zouden hebben geschoten
    • jullie zouden hebben geschoten
    • zij zouden hebben geschoten
  • Imperatief

    • jij schiet
    • jullie schiet

Verwijzingen

Bekijk 5 definitie(s) van schieten