Vervoeging van spieden
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik spied
- jij spiedt
- hij/zij/het spiedt
- wij spieden
- jullie spieden
- zij spieden
Onvoltooid verleden tijd
- ik spiedde
- jij spiedde
- hij/zij/het spiedde
- wij spiedden
- jullie spiedden
- zij spiedden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gespied
- jij hebt gespied
- hij/zij/het heeft gespied
- wij hebben gespied
- jullie hebben gespied
- zij hebben gespied
Voltooid verleden tijd
- ik had gespied
- jij had gespied
- hij/zij/het had gespied
- wij hadden gespied
- jullie hadden gespied
- zij hadden gespied
Toekomende tijd I
- ik zal spieden
- jij zult spieden
- hij/zij/het zal spieden
- wij zullen spieden
- jullie zullen spieden
- zij zullen spieden
Toekomende tijd II
- ik zal gespied hebben
- jij zult gespied hebben
- hij/zij/het zal gespied hebben
- wij zullen gespied hebben
- jullie zullen gespied hebben
- zij zullen gespied hebben
Conditionalis I
- ik zou spieden
- jij zou spieden
- hij/zij/het zou spieden
- wij zouden spieden
- jullie zouden spieden
- zij zouden spieden
Conditionalis II
- ik zou hebben gespied
- jij zou hebben gespied
- hij/zij/het zou hebben gespied
- wij zouden hebben gespied
- jullie zouden hebben gespied
- zij zouden hebben gespied
Imperatief
- jij spied
- jullie spiedt