Vervoeging van stilleggen

Onbepaalde wijs (infinitief): stilleggen

vertaal alle vervoegingen
Vertaling: sperren

2 alternatieve vertalingen

Nederlands

Duits

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het legt stil
  • zij leggen stil

Präsens Indikativ

  • er/sie/es sperrt
  • sie sperren

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het legde stil
  • zij legden stil

Präteritum Indikativ

  • er/sie/es sperrte
  • sie sperrten

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft stilgelegd
  • zij hebben stilgelegd

Perfekt Indikativ

  • er/sie/es hat gesperrt
  • sie haben gesperrt

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had stilgelegd
  • zij hadden stilgelegd

Plusquamperfekt Indikativ

  • er/sie/es hatte gesperrt
  • sie hatten gesperrt

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal stilleggen
  • zij zult stilleggen

Futur I Indikativ

  • er/sie/es wird sperren
  • sie werden sperren

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal stilgelegd hebben
  • zij zult stilgelegd hebben

Futur II Indikativ

  • er/sie/es wird gesperrt haben
  • sie werden gesperrt haben

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal stilleggen
  • zij zullen stilleggen

Futur I Konjunktiv II

  • er/sie/es würde sperren
  • sie würden sperren

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben stilgelegd
  • zij zullen hebben stilgelegd

Futur II Konjunktiv II

  • er/sie/es würde gesperrt haben
  • sie würden gesperrt haben