Vervoeging van stoelen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik stoel
    • jij stoelt
    • hij/zij/het stoelt
    • wij stoelen
    • jullie stoelen
    • zij stoelen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik stoelde
    • jij stoelde
    • hij/zij/het stoelde
    • wij stoelden
    • jullie stoelden
    • zij stoelden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gestoeld
    • jij hebt gestoeld
    • hij/zij/het heeft gestoeld
    • wij hebben gestoeld
    • jullie hebben gestoeld
    • zij hebben gestoeld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gestoeld
    • jij had gestoeld
    • hij/zij/het had gestoeld
    • wij hadden gestoeld
    • jullie hadden gestoeld
    • zij hadden gestoeld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal stoelen
    • jij zult stoelen
    • hij/zij/het zal stoelen
    • wij zullen stoelen
    • jullie zullen stoelen
    • zij zullen stoelen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gestoeld hebben
    • jij zult gestoeld hebben
    • hij/zij/het zal gestoeld hebben
    • wij zullen gestoeld hebben
    • jullie zullen gestoeld hebben
    • zij zullen gestoeld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou stoelen
    • jij zou stoelen
    • hij/zij/het zou stoelen
    • wij zouden stoelen
    • jullie zouden stoelen
    • zij zouden stoelen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gestoeld
    • jij zou hebben gestoeld
    • hij/zij/het zou hebben gestoeld
    • wij zouden hebben gestoeld
    • jullie zouden hebben gestoeld
    • zij zouden hebben gestoeld
  • Imperatief

    • jij stoel
    • jullie stoelt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van stoelen