Vervoeging van tegenhouden

Onbepaalde wijs (infinitief): tegenhouden

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik houd tegen
    • jij houdt tegen
    • hij/zij/het houdt tegen
    • wij houden tegen
    • jullie houden tegen
    • zij houden tegen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik hield tegen
    • jij hield tegen
    • hij/zij/het hield tegen
    • wij hielden tegen
    • jullie hielden tegen
    • zij hielden tegen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb tegengehouden
    • jij hebt tegengehouden
    • hij/zij/het heeft tegengehouden
    • wij hebben tegengehouden
    • jullie hebben tegengehouden
    • zij hebben tegengehouden
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had tegengehouden
    • jij had tegengehouden
    • hij/zij/het had tegengehouden
    • wij hadden tegengehouden
    • jullie hadden tegengehouden
    • zij hadden tegengehouden
  • Toekomende tijd I

    • ik zal tegenhouden
    • jij zult tegenhouden
    • hij/zij/het zal tegenhouden
    • wij zullen tegenhouden
    • jullie zullen tegenhouden
    • zij zullen tegenhouden
  • Toekomende tijd II

    • ik zal tegengehouden hebben
    • jij zult tegengehouden hebben
    • hij/zij/het zal tegengehouden hebben
    • wij zullen tegengehouden hebben
    • jullie zullen tegengehouden hebben
    • zij zullen tegengehouden hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou tegenhouden
    • jij zou tegenhouden
    • hij/zij/het zou tegenhouden
    • wij zouden tegenhouden
    • jullie zouden tegenhouden
    • zij zouden tegenhouden
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben tegengehouden
    • jij zou hebben tegengehouden
    • hij/zij/het zou hebben tegengehouden
    • wij zouden hebben tegengehouden
    • jullie zouden hebben tegengehouden
    • zij zouden hebben tegengehouden
  • Imperatief

    • jij houd tegen
    • jullie houdt tegen

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van tegenhouden