Engels

Nederlands

Present

  • I top
  • you top
  • he/she/it tops
  • we top
  • you top
  • they top

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik bekroon
  • jij bekroont
  • hij/zij/het bekroont
  • wij bekronen
  • jullie bekronen
  • zij bekronen

Simple past

  • I topped
  • you topped
  • he/she/it topped
  • we topped
  • you topped
  • they topped

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bekroonde
  • jij bekroonde
  • hij/zij/het bekroonde
  • wij bekroonden
  • jullie bekroonden
  • zij bekroonden

Present perfect

  • I have topped
  • you have topped
  • he/she/it has topped
  • we have topped
  • you have topped
  • they have topped

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bekroond
  • jij hebt bekroond
  • hij/zij/het heeft bekroond
  • wij hebben bekroond
  • jullie hebben bekroond
  • zij hebben bekroond

Past perfect

  • I had topped
  • you had topped
  • he/she/it had topped
  • we had topped
  • you had topped
  • they had topped

Voltooid verleden tijd

  • ik had bekroond
  • jij had bekroond
  • hij/zij/het had bekroond
  • wij hadden bekroond
  • jullie hadden bekroond
  • zij hadden bekroond

Future

  • I will top
  • you will top
  • he/she/it will top
  • we will top
  • you will top
  • they will top

Toekomende tijd I

  • ik zal bekronen
  • jij zult bekronen
  • hij/zij/het zal bekronen
  • wij zullen bekronen
  • jullie zullen bekronen
  • zij zullen bekronen

Future perfect

  • I will have topped
  • you will have topped
  • he/she/it will have topped
  • we will have topped
  • you will have topped
  • they will have topped

Toekomende tijd II

  • ik zal bekroond hebben
  • jij zult bekroond hebben
  • hij/zij/het zal bekroond hebben
  • wij zullen bekroond hebben
  • jullie zullen bekroond hebben
  • zij zullen bekroond hebben

Conditional present

  • I would top
  • you would top
  • he/she/it would top
  • we would top
  • you would top
  • they would top

Conditionalis I

  • ik zou bekronen
  • jij zou bekronen
  • hij/zij/het zou bekronen
  • wij zouden bekronen
  • jullie zouden bekronen
  • zij zouden bekronen

Conditional perfect

  • I would have topped
  • you would have topped
  • he/she/it would have topped
  • we would have topped
  • you would have topped
  • they would have topped

Conditionalis II

  • ik zou hebben bekroond
  • jij zou hebben bekroond
  • hij/zij/het zou hebben bekroond
  • wij zouden hebben bekroond
  • jullie zouden hebben bekroond
  • zij zouden hebben bekroond

Imperative

  • you top
  • you top

Imperatief

  • jij bekroon
  • jullie bekroont

Verwijzingen

Bekijk 12 definitie(s) van top