Vervoeging van verzinnelijken
Onbepaalde wijs (infinitief): verzinnelijken
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verzinnelijk
- jij verzinnelijkt
- hij/zij/het verzinnelijkt
- wij verzinnelijken
- jullie verzinnelijken
- zij verzinnelijken
Onvoltooid verleden tijd
- ik verzinnelijkte
- jij verzinnelijkte
- hij/zij/het verzinnelijkte
- wij verzinnelijkten
- jullie verzinnelijkten
- zij verzinnelijkten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verzinnelijkt
- jij hebt verzinnelijkt
- hij/zij/het heeft verzinnelijkt
- wij hebben verzinnelijkt
- jullie hebben verzinnelijkt
- zij hebben verzinnelijkt
Voltooid verleden tijd
- ik had verzinnelijkt
- jij had verzinnelijkt
- hij/zij/het had verzinnelijkt
- wij hadden verzinnelijkt
- jullie hadden verzinnelijkt
- zij hadden verzinnelijkt
Toekomende tijd I
- ik zal verzinnelijken
- jij zult verzinnelijken
- hij/zij/het zal verzinnelijken
- wij zullen verzinnelijken
- jullie zullen verzinnelijken
- zij zullen verzinnelijken
Toekomende tijd II
- ik zal verzinnelijkt hebben
- jij zult verzinnelijkt hebben
- hij/zij/het zal verzinnelijkt hebben
- wij zullen verzinnelijkt hebben
- jullie zullen verzinnelijkt hebben
- zij zullen verzinnelijkt hebben
Conditionalis I
- ik zou verzinnelijken
- jij zou verzinnelijken
- hij/zij/het zou verzinnelijken
- wij zouden verzinnelijken
- jullie zouden verzinnelijken
- zij zouden verzinnelijken
Conditionalis II
- ik zou hebben verzinnelijkt
- jij zou hebben verzinnelijkt
- hij/zij/het zou hebben verzinnelijkt
- wij zouden hebben verzinnelijkt
- jullie zouden hebben verzinnelijkt
- zij zouden hebben verzinnelijkt
Imperatief
- jij verzinnelijk
- jullie verzinnelijkt