Vervoeging van verzwakken

Onbepaalde wijs (infinitief): verzwakken

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verzwak
  • jij verzwakt
  • hij/zij/het verzwakt
  • wij verzwakken
  • jullie verzwakken
  • zij verzwakken

Present

  • I enervate
  • you enervate
  • he/she/it enervates
  • we enervate
  • you enervate
  • they enervate

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verzwakte
  • jij verzwakte
  • hij/zij/het verzwakte
  • wij verzwakten
  • jullie verzwakten
  • zij verzwakten

Simple past

  • I enervated
  • you enervated
  • he/she/it enervated
  • we enervated
  • you enervated
  • they enervated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verzwakt
  • jij hebt verzwakt
  • hij/zij/het heeft verzwakt
  • wij hebben verzwakt
  • jullie hebben verzwakt
  • zij hebben verzwakt

Present perfect

  • I have enervated
  • you have enervated
  • he/she/it has enervated
  • we have enervated
  • you have enervated
  • they have enervated

Voltooid verleden tijd

  • ik had verzwakt
  • jij had verzwakt
  • hij/zij/het had verzwakt
  • wij hadden verzwakt
  • jullie hadden verzwakt
  • zij hadden verzwakt

Past perfect

  • I had enervated
  • you had enervated
  • he/she/it had enervated
  • we had enervated
  • you had enervated
  • they had enervated

Toekomende tijd I

  • ik zal verzwakken
  • jij zult verzwakken
  • hij/zij/het zal verzwakken
  • wij zullen verzwakken
  • jullie zullen verzwakken
  • zij zullen verzwakken

Future

  • I will enervate
  • you will enervate
  • he/she/it will enervate
  • we will enervate
  • you will enervate
  • they will enervate

Toekomende tijd II

  • ik zal verzwakt hebben
  • jij zult verzwakt hebben
  • hij/zij/het zal verzwakt hebben
  • wij zullen verzwakt hebben
  • jullie zullen verzwakt hebben
  • zij zullen verzwakt hebben

Future perfect

  • I will have enervated
  • you will have enervated
  • he/she/it will have enervated
  • we will have enervated
  • you will have enervated
  • they will have enervated

Conditionalis I

  • ik zou verzwakken
  • jij zou verzwakken
  • hij/zij/het zou verzwakken
  • wij zouden verzwakken
  • jullie zouden verzwakken
  • zij zouden verzwakken

Conditional present

  • I would enervate
  • you would enervate
  • he/she/it would enervate
  • we would enervate
  • you would enervate
  • they would enervate

Conditionalis II

  • ik zou hebben verzwakt
  • jij zou hebben verzwakt
  • hij/zij/het zou hebben verzwakt
  • wij zouden hebben verzwakt
  • jullie zouden hebben verzwakt
  • zij zouden hebben verzwakt

Conditional perfect

  • I would have enervated
  • you would have enervated
  • he/she/it would have enervated
  • we would have enervated
  • you would have enervated
  • they would have enervated

Imperatief

  • jij verzwak
  • jullie verzwakt

Imperative

  • you enervate
  • you enervate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van verzwakken