Vervoeging van vloeken

Vertaling: bestemmiare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik vloek
  • jij vloekt
  • hij/zij/het vloekt
  • wij vloeken
  • jullie vloeken
  • zij vloeken

Presente

  • io bestemmio
  • tu bestemmi
  • lui/lei/Lei bestemmia
  • noi bestemmiamo
  • voi/Voi bestemmiate
  • loro/Loro bestemmiano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik vloekte
  • jij vloekte
  • hij/zij/het vloekte
  • wij vloekten
  • jullie vloekten
  • zij vloekten

Imperfetto

  • io bestemmiavo
  • tu bestemmiavi
  • lui/lei/Lei bestemmiava
  • noi bestemmiavamo
  • voi/Voi bestemmiavate
  • loro/Loro bestemmiavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gevloekt
  • jij hebt gevloekt
  • hij/zij/het heeft gevloekt
  • wij hebben gevloekt
  • jullie hebben gevloekt
  • zij hebben gevloekt

Passato prossimo

  • io ho bestemmiato
  • tu hai bestemmiato
  • lui/lei/Lei ha bestemmiato
  • noi abbiamo bestemmiato
  • voi/Voi avete bestemmiato
  • loro/Loro hanno bestemmiato

Voltooid verleden tijd

  • ik had gevloekt
  • jij had gevloekt
  • hij/zij/het had gevloekt
  • wij hadden gevloekt
  • jullie hadden gevloekt
  • zij hadden gevloekt

Trapassato prossimo

  • io avevo bestemmiato
  • tu avevi bestemmiato
  • lui/lei/Lei aveva bestemmiato
  • noi avevamo bestemmiato
  • voi/Voi avevate bestemmiato
  • loro/Loro avevano bestemmiato

Toekomende tijd I

  • ik zal vloeken
  • jij zult vloeken
  • hij/zij/het zal vloeken
  • wij zullen vloeken
  • jullie zullen vloeken
  • zij zullen vloeken

Futuro semplice

  • io bestemmierò
  • tu bestemmierai
  • lui/lei/Lei bestemmierà
  • noi bestemmieremo
  • voi/Voi bestemmierete
  • loro/Loro bestemmieranno

Toekomende tijd II

  • ik zal gevloekt hebben
  • jij zult gevloekt hebben
  • hij/zij/het zal gevloekt hebben
  • wij zullen gevloekt hebben
  • jullie zullen gevloekt hebben
  • zij zullen gevloekt hebben

Futuro anteriore

  • io avrò bestemmiato
  • tu avrai bestemmiato
  • lui/lei/Lei avrà bestemmiato
  • noi avremo bestemmiato
  • voi/Voi avrete bestemmiato
  • loro/Loro avranno bestemmiato

Conditionalis I

  • ik zou vloeken
  • jij zou vloeken
  • hij/zij/het zou vloeken
  • wij zouden vloeken
  • jullie zouden vloeken
  • zij zouden vloeken

Condizionale presente

  • io bestemmierei
  • tu bestemmieresti
  • lui/lei/Lei bestemmierebbe
  • noi bestemmieremmo
  • voi/Voi bestemmiereste
  • loro/Loro bestemmierebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben gevloekt
  • jij zou hebben gevloekt
  • hij/zij/het zou hebben gevloekt
  • wij zouden hebben gevloekt
  • jullie zouden hebben gevloekt
  • zij zouden hebben gevloekt

Condizionale passato

  • io avrei bestemmiato
  • tu avresti bestemmiato
  • lui/lei/Lei avrebbe bestemmiato
  • noi avremmo bestemmiato
  • voi/Voi avreste bestemmiato
  • loro/Loro avrebbero bestemmiato

Imperatief

  • jij vloek
  • jullie vloekt

Imperativo

  • tu bestemmia
  • voi/Voi bestemmiate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van vloeken